A+310: Material Flows – Guest Edited by Rotor
Architecture in Belgium
Rotor (Ed.), Lionel Devlieger, Pierre Chabard, Pauline Lefebvre, Kristiaan Borret, Jérôme Kockerols o.a.
A+, 2024
€25,00
Kan nieuwsgierigheid naar de oorsprong en bestemming van bouwmaterialen een verrijking zijn voor de architectuur? Dat is de hypothese die ons sinds de begindagen van Rotor bezighoudt. Als gastredacteur van A+ wilden we van de gelegenheid gebruikmaken om ons verder over deze vraag te buigen.
Onze nieuwsgierigheid naar de organisatie van materiaal- en afvalstromen vertaalt zich op verschillende manieren in projecten. Die variëren van veldonderzoek en pogingen tot conceptualisering via publicaties en tentoonstellingen, tot ontwerpprojecten (die ons in staat stellen om op kleine schaal met alternatieve ontwerpmethodes te experimenteren) en zelfs de oprichting van Rotor Deconstruction, een bedrijf dat gerecupereerde materialen verkoopt (wat ons in staat stelt om nieuwe materiaalcircuits uit te bouwen). Eén onderwerp in het bijzonder is erg nuttig gebleken voor onze analyses: het hergebruik van materialen.
Hergebruik integreren in een ontwerp- en bouwproces verplicht vaak tot het openen van een hele reeks dozen van Pandora. Het confronteert ons met projectaspecten die erg bepalend zijn voor de architectuurpraktijk, maar die zelden ter discussie worden gesteld. Van technische normen tot ontwerpmethodes, van werkverdeling tot aansprakelijkheid, van de organisatie van openbare aanbestedingen tot de financiering van projecten: als we echt aan de slag willen gaan met hergebruik, moeten al die aspecten worden herdacht. Dit is zowel een last als een deugd. Een last omdat alles in vraag stellen nooit gemakkelijk is. En een deugd omdat het ons in staat stelt de lijnen uit te zetten voor potentieel emanciperende alternatieven op professioneel, sociaal en ecologisch vlak.
Hergebruik beschouwen als een oplossing op zich zou echter misleidend zijn. Er is immers niets dat hergebruikpraktijken – of in bredere zin het zogenaamde ‘circulaire bouwen’ – beschermt tegen vormen van verspilling, uitbuiting en vervreemding. De geschiedenis leert ons dat hergebruik in radicaal tegengestelde contexten kan floreren. We zien de praktijk zowel tijdens bijzonder ongebreidelde vormen van stedelijke speculatie (denk aan Parijs onder het Tweede Keizerrijk) als in de zoektocht naar antikapitalistische modellen van tegenculturele bewegingen (zoals de autonome communes in de VS in de jaren 1970). Wat wel verschilt, zijn uiteraard de sociale relaties waarin de praktijk wordt toegepast (de relatie tot werk, tot de economie,…). En hoewel hergebruik transformaties in de sociale relaties op gang kan brengen, wordt het zelf ook deels door diezelfde relaties bepaald.
ISBN: